Bam, daar zit ik dan.
In de bus, bus 4, de warme bus. Geen airco bus, buiten 26 graden.
Ik hoor dat het buiten 26 graden is, want dat zegt een meisje tegen een ander meisje. Nu is dat andere meisje boos op de bomen die in de weg staan. Ze kan de temperatuur niet aflezen van het scherm op het gebouw aan de overkant want die ‘kutbomen’ staan ervoor. Er staan inderdaad een aantal bomen tussen ons en het scherm, er hangen veel bladeren aan. Maar om het dan meteen ‘kutbomen’ te noemen, gaat mij te ver.
Maar misschien heeft zij ook wel zo’n bos voor haar kut.
Weet ik veel.

Even later zegt het andere meisje weer tegen het ene meisje dat ze zin heeft in een ijsje. Met aardbeien en het liefst ook chocolade.
Ze neemt nooit vanille-ijs, maar altijd ijs met een smaakje.

De airco is inderdaad kapot en het zal wel meer dan 26 graden zijn.

Op het station is geen tijd om af te koelen, mijn trein komt eraan.
Snel koop ik nog een verfrissende versnapering en kijk ik uit naar een fijne zit in een verkoelde treincoupé.

Als ik instap vreet het zweet dat ik uitbarst al het textiel van mijn lijf.
Het is warm, benauwd, ik krijg flashbacks naar de tijd dat ik met het Vreemdelingenlegioen door de Afrikaanse zandvlakte tijgerde.
Mans als ik ben kijk ik of er mooie vrouwen in het treinstel zitten die door de hitte hun kleren uitdoen. Of op zijn minst een met een witshirt aan en mooie ronde borsten.
Niets van dit alles.

Alleen maar oudere werkslaven.
Op de volgende rij een man met rond brilletje die een krantje leest op zijn iPad.
Schuintegenover me een vrouw die haar boek al een half uur op dezelfde pagina heeft liggen en zelf naar het plafond staart.
En op het bankje naast me zit een meisje die een conversatie heeft met het raam.

Toch kan ik niet helemaal klagen over de NS, zo hebben ze een flyer uitgedeeld met daarin hun reisadviezen in verband met toekomstig werk aan het spoor.
Deze flyer kan je ook als waaier gebruiken, leuker kunnen ze het niet maken.
Het beste reisadvies, als je dan toch met de NS moet reizen, is om naast genoeg eten en drinken mee te nemen, ook schone kleren en een handdoek in je tas doen.
Het beste is als je een aantal schaars geklede dames meeneemt die met grote palmbladeren je verhitte lijf afkoelen en die je pitloze witte druiven voeden.
Ik denk dat ik daar de rest van de reis van ga dromen.

Bezweet ben ik toch al.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *