Hij roept me binnen in zijn muffe kantoor om over mijn laatste verhaal te praten.
Op het beeldscherm van zijn computer herken ik een, voor mij, bekende website.
Hij drukt snel op alt plus tab.
Daar verschijnt mijn verhaal op zijn beeldscherm.

Hij zegt: “Dit kan toch niet.”
Ik zeg: “Wat kan niet?”

Hij raakt geïrriteerd.

Hij zegt: ” ja, dit verhaal. Dat kan toch niet.”

Ik zeg onwetend: “Hoezo? Wat kan niet aan dat verhaal?”

Hij zegt: “Ok, ik weet dat je Brabander bent. Maar moet je nu zoveel schuttingtaal gebruiken?”
Ik zeg: “Wat bedoel jij nou weer? Heb je iemand anders zijn verhaal gelezen? Die van mij gaat niet over een schutting.”

Hij raakt geïrriteerder.

Hij zegt: “Nee, dit verhaal van jou. Waarom al dat gescheld?”
Het Eindhovens lampje gaat branden.
En ik zeg: “Oh, bedoel je dat. Zeg dat dan meteen. Doe niet zo moeilijk, wees gewoon duidelijk.”
Daarna zeg ik vrijwel meteen: “Sorry, vergeef me.”

Mijn sarcastische ondertoon is niet direct duidelijk

En ik zeg: “Je hebt gelijk, het zijn waarschijnlijk mijn roots. Vloeken, schelden en het gebruik van krachttermen is bij ons heel normaal. Het zijn de leestekens die je mist in de rest van het verhaal.”

Er komt wat stoom uit zijn oorgaten. Ik zie een razendsnelle dubbele alt plus tab beweging. In een splitsecond zie ik een glinstering in zijn ogen.

Hij zegt: “Wat de rest van je verhaal betreft, daar klopt ook weinig van. De strekking van het verhaal en het punt dat je wil maken komt zo niet over zoals je bedoeld hebt.”
Ik zeg: “Oh, dat is jammer.”

Hij zegt: “Dat is zeker jammer. Dus de volgende keer moet je daar beter op letten.”
Ik zeg: “Ja, dat zal ik zeker doen. Heb je misschien nog meer tips voor me?”

Hij zegt: “Ja, een dialoog schrijf je toch niet zo man.”
Ik zeg: “Ik bepaal godverdomme zelf wel hoe ik dat kutverhaal schrijf.”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *