Terwijl ik auto rijd, kijk ik ook veel om me heen. Niet alleen naar het wegdek voor me en ook niet alleen maar naar de auto’s om me heen.

Ik kijk vaak ongegeneerd bij inhalers en haalinners naar binnen om te zien wie of wat die auto bestuurt.

Ook kijk ik gewoon naar de omgeving, niet alleen omdat ik bang ben dat ik verdwaal maar ook omdat iemand ooit zei dat de reis belangrijker is dan de bestemming.

Zo rijd ik soms met mijn reet over de S112. De S112 doorkruist de Bijlmer. Van Gein naar Centrum Amsterdam. Dat het wegnummer hetzelfde is als het nationale alarmnummer gooien we maar op puur toeval.

Al rijdend rondkeek ik daar dus. Ter hoogte van Diemen staan een aantal imposante kantoorgebouwen.

Hier staan de hoofdkantoren van onder andere Manpower en Randstad. Zoals je wellicht weet zijn dit uitzendbureaus, mensenmelkers. Ook geheel toevallig dat dit bedrijventerrein, en dus deze uitzendorganisaties, niet in Amsterdam Zuidoost staan maar in Diemen. ‘Ha, het hoofdkantoor van een uitzendbureau in Amsterdam Zuidoost. Daar zullen ze vast wel een grapje over kunnen maken.’ Ik niet.

Er prijken momenteel grote letters op het gebouw van Randstad. Voorafgegaan door een hashtag. Hash en Amsterdam, dat zou wel een combi kunnen zijn. Maar Randstad zit in Diemen, dus ook daar geen grapje over.

#wordenwiejebent

Ja, hashtag worden wie je bent. Met grote letters op het gebouw.

Ik reed verder en liet het even inzinken.

Nu rijd ik terug naar huis. In de verte zie ik de letters weer opdoemen. Het is nog niet ingezonken. Ik lees ze nog een keer ‘#wordenwiejebent’.

Logische denker dat ik ben, probeer ik dit van een logische kant te bekijken.

Waar ben ik? ‘Ik zit in deze auto, achter het stuur.’ Wat doe ik? ‘Ik rijd deze auto over de weg.’ Wie ben ik? ‘Ik ben de bestuurder van de auto.’

Dus ik ben een bestuurder, chauffeur als je wil. Maar dit ben ik al, nu. Hoe ga ik dit dan worden?

Hoe kan ik iets worden wat ik al ben?

Verdwaasd rijd ik verder. Ik vraag me af hoeveel mensen in Amsterdam Zuidoost hun hoofd hierover hebben gebroken.

Thuis gekomen plof ik vermoeid neer op de bank.

Ik gooi de televisie aan. En midden in mijn serie komt er natuurlijk een reclameblok die iets te lang duurt om een drankje te pakken en een plasje te doen.

Als ik weer zit begint er een reclame. Een mannetje loopt over straat een balletje hoog te houden. Wibi Soerjadi op de piano en een vrouwenstem. De vrouw begint over talent en een vlammetje die in ieder van ons zit. ‘Het maakt ons tot wie we zijn ‘, zegt ze.

Gevolgd door ‘zijn jouw dromen wel van jouw?’ ‘Nee, kut, ik droom altijd de dromen van iemand anders’, denk ik meteen. ‘Opletten nu, misschien ga ik het nog begrijpen.’

‘Laat ons helpen jou je talent te ontdekken, zodat jij kan worden wie je bent.’ Zijn haar laatste woorden, gevolgd door ‘Randstad’.

Nee ik begrijp het nog niet. Als ik mijn talent niet ontdek, dan ben ik toch nog steeds wie ik ben? Als ik poep op de muur smeer, dan ben ik toch al een viezerik, dat word ik dan toch niet meer?

En als ik besluit om ergens heel erg hard voor te werken om het te worden, dan ben ik het nu toch niet? Wat is er gebeurd met hard werken? ‘Nee’ zegt randstad, ‘je moet je talent ontdekken om te worden wie je bent.’ Een andere slogan komt in me op, ‘hard work beats talent, when talent doesn’t work hard’

‘OK, geen fuck opgeschoten met dat semi motiverende filmpje van Randstad’

Ik ga op onderzoek uit. Op naar het internet. Er staat immers een hashtag voor. En dat is dan het tekentje dat je moet triggeren om cross-mediaal op onderzoek uit te gaan.

Op naar Randstad.nl Ik zie meteen weer met grote letters: #wordenwiejebent. Meteen op klikken dus. Niet dus, geen link. Verdomme, kut digibeet.

Ah iets eronder een mooi klein blauw vlakje met de woorden ‘worden wie je bent’. Los van elkaar en zonder hashtag. Ik ben er toch al, waarom zouden ze nog een hashtag gebruiken.

Zo, nieuw scherm. Nog meer motivatie filmpjes. Daar kom ik niet voor. Ok, een persoonlijkheidstest. Ja, ik wil wel weten wie ik ga worden als ik ben. *klik

Boobie trap

Meteen een scherm waar ik me moet inschrijven. Zodat ik voortaan makkelijker kan solliciteren.

Dit gaan we dus niet doen, dan maar geen persoonlijkheid. Ik zie dat ze nog meer tests hebben.

‘Leuk een intelligentietest.’

Ik weet dat ik al geslaagd ben, want ik ben niet gevallen voor hun stiekeme inschrijftest. Eerst vragen ze mijn opleidingsniveau en dan ook nog het niveau van de test. Misschien is dit een stiekeme persoonlijkheidstest. Ik heb alweer genoeg gezien.

Ik ga in bed liggen en lees een hoofdstuk uit het boek ‘How to win friends and influence people.’ Ik besluit het boek op mijn nachtkastje te leggen en te gaan slapen.

Ik begin te dromen. Terug naar het begin. Hoe moet het gegaan zijn.

Twee bebaarde hipsters, Hans en Jan, samen aan het tafeltje bij het raam in bar Bukowski in Amsterdam Oost. Ze hebben net te horen gekregen dat ze een campagne moeten verzinnen voor Randstad. Op het podium staat een grote lompe verteller te vertellen over borstjes, porno en American Football. De hipsters begrijpen er geen worst van. Hans: “Jan, wat moeten we nu verzinnen voor Randstad?’

Jan: “Wij zijn toch al in de randstad. Hier is toch iedereen beter dan het plebs in de provincie. Kijk nou die gozert op het podium. Ik versta er geen snars van.”

Hans: “Nee Jan. Je hebt het niet begrepen. Het is voor dat uitzendbureautje Randstad.”

Jan: “Ha ha, wie schrijft zich nu nog in bij een uitzendbureau. Dan moet je echt VMBO zijn.”

Hans: “Ja, dat gepeupel moet ook gaan werken en centjes verdienen.”

Ze nemen beiden nog een slok van een dubbele Illy espresso.

Jan: “Als je niet eens zelf naar Monsterboard of nationalevacaturebank kan surfen ben je ook maar een worst.” Hans: “Worst die je bent. ”

Jan: “Hashtag worst die je bent.”
Ik schrik wakker. ‘Hey, dat was niet mijn droom’

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *